De dataLayer is een digitale container die informatie opslaat over wat er gebeurt op je website in de browser en de sessie van je bezoeker. Denk aan het als een logboek dat alle belangrijke gebeurtenissen bijhoudt. Wanneer een bezoeker iets doet op de website, zoals een product bekijken, een formulier invullen of een aankoop doen, wordt deze actie vastgelegd als een event in de dataLayer.
Een event is een specifieke gebeurtenis die plaatsvindt op je website. Dit kan van alles zijn: het klikken op een knop, het afspelen van een video, het downloaden van een bestand, het voltooien van een aanmelding of het verlaten van de website. Elk event bevat meestal verschillende stukjes informatie, zoals wat er is gebeurd, wanneer het gebeurde en wie het deed. Stel je voor dat iemand een product koopt in je webshop. Het dataLayer event zou dan informatie kunnen bevatten zoals:
Deze informatie wordt automatisch verzameld en kan later worden gebruikt om rapporten te maken over het gedrag van websitebezoekers.
DataLayer events zijn waardevol omdat ze gedetailleerde inzichten geven in hoe mensen jouw website gebruiken. Met deze informatie kun je bijvoorbeeld ontdekken welke producten het populairst zijn, op welke pagina's bezoekers wegklikken, of welke marketingcampagnes het beste werken. Voor webshops is het bijzonder interessant om bij te houden welke producten vaak worden bekeken maar niet gekocht. Deze informatie helpt bij het optimaliseren van de website en het verbeteren van de gebruikerservaring.
Er bestaat een belangrijk verschil tussen een gewone dataLayer push en een dataLayer event push. Een gewone dataLayer push voegt alleen informatie toe aan de dataLayer, zoals productgegevens of klantinformatie. Deze push bevat geen specifieke gebeurtenis en kan daarom niet worden gebruikt om acties te triggeren in Google Tag Manager. Een dataLayer event push daarentegen bevat altijd een event parameter. Deze parameter geeft aan dat er iets specifieks is gebeurd op de website. Alleen bij een event push kan Google Tag Manager reageren en bijvoorbeeld een conversie registreren of gegevens doorsturen naar Analytics.
Praktisch voorbeeld van een gewone push:
dataLayer.push({'productName': 'Rode sneakers', 'price': 89.99})
Voorbeeld van een event push:
dataLayer.push({'event': 'purchase', 'productName': 'Rode sneakers', 'price': 89.99})
Alleen de tweede versie kan een trigger activeren in Google Tag Manager.
Voor webshops zijn de belangrijkste events: productweergave, toevoegen aan winkelwagen, begin checkout proces, voltooide aankoop en verwijderen uit winkelwagen. Ook zoekacties en wishlist toevoegingen zijn waardevol. Bij dienstverleners focus je op contactformulier invullingen, brochure downloads, telefoonnummer klikken, offerte aanvragen en nieuwsbrief aanmeldingen. Voor consultancy zijn whitepaper downloads en webinar aanmeldingen interessant. Content websites houden vooral bij: artikel lezen (scroll diepte), video afspelen, reacties plaatsen, sociale media delen en tijd op pagina. Ook interne zoekacties geven inzicht in wat bezoekers zoeken. Voor alle websites zijn basis events nuttig zoals uitgangslinks, bestandsdownloads, 404 fouten en scroll diepte.
De eenvoudigste manier is Google Tag Manager Preview Mode gebruiken. Deze tool laat real time zien welke events worden geactiveerd wanneer je acties uitvoert op je website. Je ziet precies welke informatie wordt doorgestuurd. Google Analytics 4 heeft een DebugView waarin events direct verschijnen. Hiermee controleer je of events correct aankomen in Analytics. Ook de Realtime rapporten tonen recente events. Browser ontwikkeltools zijn handig voor technische controle. In de Console tab zie je dataLayer pushes verschijnen. Extensions zoals Google Tag Assistant of dataLayer Checker Helper maken debugging nog makkelijker. Test altijd verschillende scenario's: verschillende browsers, mobiel en desktop, en alle belangrijke gebruikersacties. Documenteer welke events je verwacht bij elke actie zodat je systematisch kunt controleren.
Voor standaard websites is technische kennis meestal nodig omdat je code moet toevoegen aan de website. Dit vereist toegang tot de website bestanden en begrip van HTML en JavaScript. Voor Shopify, WooCommerce, Magento en Lightspeed webshops bestaat er echter een praktische oplossing. AdPage kan deze implementatie volledig voor je regelen. Zij hebben ervaring met deze platforms en kunnen dataLayer events professioneel inrichten zonder dat je zelf technische kennis nodig hebt.
Veelvoorkomende problemen zijn typfouten in event namen, verkeerde syntax in de dataLayer push code, of events die worden geactiveerd voordat Google Tag Manager geladen is. Ook ontbrekende triggers in Tag Manager zorgen voor problemen. Timing issues komen vaak voor. Events die te vroeg worden geactiveerd voordat tracking scripts laden, gaan verloren. Dit los je op door events te vertragen of te controleren of scripts geladen zijn. Verkeerde variabele namen of datastructuur zorgen ervoor dat informatie niet correct wordt doorgestuurd naar Analytics. Controleer altijd of de variabele namen in Tag Manager overeenkomen met de dataLayer.